Ken uw risico, ken uw opties: de levensreddende waarheid over screening op prostaatkanker

Vroegtijdige opsporing van prostaatkanker kan levens redden, maar het besluit om te screenen vraagt nuance. In dit artikel leggen we helder uit wie baat kan hebben bij onderzoek, wat testresultaten betekenen en welke behandelopties bestaan, zodat u samen met een arts weloverwogen keuzes kunt maken.

Ken uw risico, ken uw opties: de levensreddende waarheid over screening op prostaatkanker

Het gesprek over prostaatkanker begint vaak met een eenvoudige vraag: wanneer is het zinvol om te screenen? De antwoorden zijn zelden zwart-wit. Prostaatkanker is frequent bij mannen op hogere leeftijd, maar de agressiviteit varieert sterk. Sommige tumoren groeien zo traag dat ze nooit klachten geven; andere zijn snel evolutief. Daarom draait verstandig screenen om het inschatten van persoonlijk risico, het begrijpen van wat een test wel en niet zegt en het kennen van de vervolgstappen als een uitslag afwijkt.

Screening op prostaatkanker: wat houdt het in?

Screening op prostaatkanker gebeurt meestal met een PSA-bloedtest (prostaat-specifiek antigeen), soms aangevuld met een rectaal onderzoek van de prostaat. Een verhoogd PSA betekent niet automatisch kanker: ontsteking, vergroting van de prostaat of recent fietsen kunnen de waarde ook beïnvloeden. Omgekeerd sluit een normale PSA-waarde agressieve ziekte niet volledig uit. Daarom adviseren veel richtlijnen een gesprek over voor- en nadelen, vaak rond de leeftijd van 50 jaar, of vroeger (rond 45) bij hoger risico, zoals familiegeschiedenis of bepaalde genetische factoren. Bij een afwijkende PSA kan de arts een herhalingstesten voorstellen, een MRI van de prostaat of een gerichte biopsie. Het doel is onnodige ingrepen te vermijden en tegelijk agressieve tumoren tijdig te herkennen. De vervolgplanning (bijvoorbeeld jaarlijkse of tweejaarlijkse controle) hangt af van uw risicoprofiel en eerdere waarden.

Wat betekent de Gleason-score?

Wanneer een biopsie de aanwezigheid van kanker bevestigt, wordt het weefsel microscopisch beoordeeld. De Gleason-score beschrijft hoe afwijkend de kankercellen eruitzien en hoe sterk ze neigen tot agressief gedrag. De patholoog geeft twee patronen (van 3 tot 5) die samen worden opgeteld tot een score van 6 tot 10. Een score 6 wijst doorgaans op laaggradige ziekte; hogere scores duiden op grotere agressiviteit. Veel centra gebruiken ook ISUP Grade Groups (1 tot 5) om de classificatie te vereenvoudigen. Deze indeling helpt artsen en patiënten te beslissen tussen actieve opvolging (active surveillance) bij laag risico, of curatieve behandelingen zoals operatie of radiotherapie bij middelmatig tot hoog risico. Belangrijk is dat de Gleason-score één puzzelstuk is naast PSA-waarde, MRI-bevindingen, uitgebreidheid van de laesie en uw algemene gezondheid. Samen vormen ze een risicoprofiel dat een gepersonaliseerde keuze mogelijk maakt.

Wanneer is hormoontherapie voor prostaatkanker aangewezen?

Hormoontherapie voor prostaatkanker, officieel androgeendeprivatietherapie (ADT), remt de aanmaak of werking van testosteron, een hormoon dat kankercellen vaak stimuleert. ADT wordt vaak ingezet bij uitgezaaide ziekte of in combinatie met radiotherapie bij lokaal gevorderde, hoogrisico tumoren. In sommige situaties wordt ADT tijdelijk toegevoegd om de effectiviteit van bestraling te verhogen; in andere is langdurige onderdrukking nodig. Nieuwe generatie middelen (zoals androgenereceptor-remmers) kunnen, afhankelijk van het stadium en risico, worden overwogen. Bijwerkingen zijn reëel: opvliegers, vermoeidheid, verlies van spiermassa, gewichtstoename, daling van botdichtheid, stemmingsschommelingen en metabole effecten. Daarom hoort ADT bij een zorgvuldig afgewogen plan, vaak gecombineerd met leefstijladviezen (krachttraining, voldoende calcium en vitamine D, rookstop) en periodieke evaluaties van hart- en stofwisselingsgezondheid.

Gepast screenen is meer dan een test doen; het is gedeelde besluitvorming. Voor mannen met laag risico kan het uitstellen of verminderen van testfrequentie zinvol zijn om overdiagnose en overbehandeling te vermijden. Voor wie een familiegeschiedenis heeft (vader of broer met prostaatkanker), of drager is van bepaalde genvarianten, kan vroeger en systematischer screenen juist aangewezen zijn. Daarnaast spelen leeftijd, levensverwachting en persoonlijke voorkeuren een sleutelrol. Wie een beperkte levensverwachting heeft, haalt mogelijk weinig voordeel uit intensieve opsporing en behandeling, terwijl iemand jonger en fit baat kan hebben bij vroege detectie.

De interpretatie van PSA-evolutie is even belangrijk als de absolute waarde. Een geleidelijke stijging kan iets anders betekenen dan een plotselinge sprong. Moderne benaderingen combineren PSA-dynamiek met MRI en doelgerichte biopsie om de nauwkeurigheid te verhogen. Als kanker met laag risico wordt vastgesteld, is actieve opvolging een volwaardige strategie: periodieke PSA, herhaalde beeldvorming en, waar nodig, herbiopsie. Zo kunnen velen de bijwerkingen van ingrijpende therapieën vermijden zonder oncologische veiligheid te verliezen. Bij tekenen van progressie blijven curatieve opties beschikbaar.

Kwaliteit van leven is een centraal thema, ongeacht de gekozen route. Chirurgie en radiotherapie kunnen plasklachten en erectiele problemen veroorzaken; ADT kan energie en stemming beïnvloeden. Bespreek vooraf realistische verwachtingen, mogelijke revalidatie (bekkenbodemtherapie), en ondersteuning voor seksuele gezondheid. Veel mannen vinden baat bij betrouwbare informatie en een duidelijk plan voor opvolging, inclusief wanneer te bellen bij nieuwe symptomen zoals botpijn, onverklaarbaar gewichtsverlies of toenemende vermoeidheid.

Dit artikel is uitsluitend informatief en is geen medisch advies. Raadpleeg een gekwalificeerde zorgverlener voor persoonlijk advies en behandeling.

Tot slot: ken uw persoonlijke risico’s, begrijp wat een PSA-uitslag en Gleason-score betekenen en vraag naar de plaats van hormoontherapie voor prostaatkanker in uw situatie. Met weloverwogen screening en op maat gemaakte zorg is de kans het grootst om ernstige ziekte tijdig aan te pakken en onnodige behandeling te vermijden.